< Graf van Herman Wilhelm Weitkamp

zerk 125  
zerk 125, liggend

Herman Wilhelm Weitkamp, geboren 6 oktober 1876, 13.00 uur te Stad Hardenberg, zoon van Herman Wilhelm Weitkamp, koopman en Willemina Muijderman (akte 38 Stad Hardenberg), overleden 7 september 1963 te Hardenberg, Voorstraat 33.

Salland's Volksblad 12 september 1963
In memoriam:
Zaterdagmiddag is nog vrij plotseling overleden de heer Herman W. Weitkamp, een in deze stad en omgeving zeer bekende figuur.
De heer Weitkamp was een broer van de vroegere burgemeester en het vroegere lid der Tweede Kamer, die reeds eerder heengingen.
Hij was ongehuwd gebleven en heeft naast de zorg voor de manufacturenzaak, die hij jaren geleden overdeed aan een neef, bijna alle vrije tijd besteed in dienst van de Gereformeerde Kerk, waarvan hij vele jaren lang boekhouder was. De heer Weitkamp werd 87 jaar.

In de Osnabrucker Zeitung lazen we onderstaand bericht. Het is belangrijk genoeg om vertaald in de Toren over te nemen.
De Toren, 24-10-1963
Op 7 september stierf in Hardenberg, in Holland, in de leeftijd van bijna 87 jaar, de heer Wilhelm Weitkamp, de eigenaar van een manufacturen- en vleeswarenzaak. De voorvaderen van de overleden zijn afkomstig van de boerderij Weitkamp (vandaag Lubke, in Ladbergen-Wester, nabij Osnabruck), waarvan de naam als Wiehkamp (gewijde kamp) wordt uitgelegd en waarvan men aanneemt dat zich hier in oude tijden de plaats van een heiligdom van de Saksische god Sius of Saxnot bevond. Het zeer oude geslacht van de Weitkamps komt in Ladbergen weliswaar niet meer voor, maar er leven nog nakomelingen in Holland en aan de andere kant van de oceaan, in Amerika.

De thans in Hardenberg, in de leeftijd van bijna 87 jaar, overleden Hermann Wilhelm Weitkamp heeft de contacten met Ladbergen, de woonplaats van de vaderen, niet verbroken. In april 1962 verbleef hij hier voor het laatst om vrienden en bekenden op te zoeken. Over het Ladberger Heimatbuch (1000 jaar Ladbergen), dat hem destijds werd toegezonden, liet hij zich zeer waarderend uit. Hij betreurde het slechts dat zijn vader, die in 1913 is overleden, er geen kennis van kon nemen.
Wat betreft het in dit boek opgenomen gedeelte over het reizen naar Holland van de Ladbergers, wat hem speciaal interesseerde, deelde hij nog het volgende mee:
In de laatste helft van de vorige eeuw, schreef hij, kwamen de Ladberger Hollandgangers op hun reizen naar de turfafgravingen in Dedemsvaart allen door Hardenberg. Hier kochten ze bij zijn vader, die immers behalve een manufacturenzaak ook nog een zaak in vleeswaren dreef, meestal nog spek en vlees. Pas op de terugreis behoefden ze de gekochte waren te betalen. Zo genoten de Ladberger Hollandgangers - hoe zou het ook anders kunnen - bij hun landgenoot in Hardenberg het vertrouwen van geleverde waren zonder contante betaling; waren, die ze dan op de terugreis, die na negen tot tien weken plaats vond van het inmiddels bij het turfgraven verdiende geld konden betalen.