Deventer Dagblad, 5 augustus 1887:
“Toen de bakker H.v.E. te Ommen dezer dagen op een morgen wakker werd, bemerkte hij tot zijne verwondering, dat niet alleen zijne vrouw, met wie hij reeds eenigen tijd in niet te beste verstandhouding leefde, maar ook zijne kinderen, onderscheidene meubels en f 400 verdwenen waren. Na veel moeite is het eindelijk gelukt de vrouw in Hardenberg te ontdekken, van waar door den brigadier de kinderen met f 200 zijn teruggebracht, terwijl zij weigerde de meubelen, die volgens haar zeggen te Ommen verborgen waren, aan te wijzen. Nauwelyks was echter de rijksveldwachter te Ommen teruggekeerd of de vrouw kwam met een rijtuig van Hardenberg rijden en hield voor de woning van zekere juffrouw Siero, waar de goederen verstopt waren, stil. In een oogenblik waren de verborgen goederen op den wagen geladen, doch deze werden na eene hevige woordenwisseling door de toegestroomde menigte onder groote hilariteit weder afgeladen, en de vrouw kon onverrichterzake naar Hardenberg terugkeeren”.