Vandaag gaan we terug in de tijd, ver terug zelfs. We gaan naar het jaar 1485. Op de 31ste juli van dat jaar werd onderstaande fraaie akte opgesteld:

“Op S. Petersavent ad Vincula. Pauwell van Oy, richter ten Hardenberghe, oorkondt dat Lambert Gheertsz en Herman Gheertsz met hun vrouwen Roleff en Griete hebben verkocht aan heer Johan Smyt 2/3 van de rente van 3 en een half mud rogge, die eertijds de vrouwe van Buren aan Ghebbe ten Velde verkocht heeft uit haar erf Elferkinck, gelegen in kerspel en gericht Hardenberg, te Loezen, en dat verkopers dat 2/3 deel met hand en mond hebben geleverd onder belofte van vrijwaring. Als keurnoten worden genoemd Albert van Rechter en Bruen Reynersz.”

Bovenstaande akte is opgetekend in het cartularium (Middeleeuws register) van het voormalig klooster Sibculo. Het is geschreven op de avond voorafgaand aan de feestdag van de heilige apostel Petrus in banden (ketenen). Voor de richter van Hardenberg, Pauwel van Oy, verschijnen Lambert Geerts en Herman Geerts met hun vrouwen genaamd Roelof en Griet. We zien dat toentertijd de vrouwennamen vaak dezelfde waren als die van mannen (later werd het Roelofien en Grietien en daarna Roelofje en Grietje). Waarschijnlijk waren Lambert en Hermen broers en zonen van Geert en Gebbe ten Velde. In deze akte werd opgetekend dat zij aan Johan Smit, vicarius (pastoor) van Gramsbergen, de opbrengst van een stuk land uit het erve in Loozen verkochten. De getuigen die hierbij aanwezig waren heetten Albert van Rechteren en Bruin Reinders.

Op de foto ziet u een willekeurige pagina uit het cartularium van het klooster te Sibculo.

Na het overlijden van pastoor Johan Smit werd in 1508 door zijn executeurs-testamentair deze rentebrief overgedragen aan prior en convent van het klooster Galilea in Zybekeloe. Deze rente van 3½ mud winterrogge Zwolse maat had Gebbe ten Velde in 1471 gekocht van de vrouwe van Buren. Dit was Agnes van der Eze, vrouwe van Gramsbergen. Door haar huwelijk met Vincentius, heer van Buren tot Bosichem werd haar naam officieel Vrouwe van Gramsbergen, van Buren tot Bosichem. Bosinchem of Boeseninchem is nu genaamd Beusichem bij Buren in de Betuwe.

Het erf in Loozen werd ook Elverkinghe, Elferdinck of Alfferkinck genoemd. Het behoorde in het midden van de vijftiende eeuw aan Hendrik, heer van Gramsbergen en kwam via zijn zuster Agnes in het bezit van haar oomzegger Reinolt van Coeverden.