Portret in ovalen lijst van kapitein Pico Galenus baron van Sytzama (1661-1727)

Op 21 april 1701 werd onderstaande hypothecaire akte verleden door schout Johan Molckenbour op landgoed Huize Blankenhemert in Heemserveen. De hoogwelgeboren Pico Galenus baron van Sytzama en zijn vrouw Johanna Judit Blanckvoort hadden geld geleend van de dames Potcamps. Het ging om maar liefst 2500 carolusguldens. Als onderpand stelden ze hun negen dagwerken hooiland (het Hag), acht dagwerken (het Gagel), drie dagwerken (de Klokkebuul), de erven Egberts en Wolters in Rheeze en een stuk hooiland (de Brandehege).

“Ick, Johan Molckenbour met commissie van sijn konincklijcke majesteijt van Groot-Brittannien als erfstadthouder van de provintie Overijssel, indertijd Scholtus van den Herdenbergh, Heemse en Gramsberge, doe condt en certificere hiermede dat voor mij en naebenoemde cuernoten in den Gerighte erschenen sijn de welgeboren heer Pico Galenus van Sytzama en desselfs eheliefste vrouw Johanna Judit Blanckvoort, tutore marito, verclaerende wegens opgenomene en ter noege ontfangene penningen, opreght en deughdelijck schuldigh te weesen aen juffrouwen Antonia en Engelina Potcamps, de somma van tweeduisent en vijfhondert caroliguldens, deselve jaerlijcks belovende te verinteressen met ses percento met wanneer binnen drie maanden nae de verschijndagh de betalinge geschiet met vijf parcente sullen kunnen bestaan, waer van het eerste jaer interesse alsoo sal komen te verschijnen op den 23 april 1702 en soo voorts van jaer tot jaer, ter tijt van de aflosse van gedaghte capitaal toe, welcke sal kunnen en moeten geschieden wanneer daer van de loshoudinge een vierendeel jaers voor de verschijndagh aan de een of andere sijde sal sijn geschiet. Stellende sij heer en vrouw comparanten voor gedaghte capitaal en interessen tot een speciaal hypotheecq en onderpant hunne nae gespecificeerde goederen als negen daghwerck hoijlant het Hagh genaempt, aght dagwerck het Gagel genaempt, drie daghwerck de Klockebuil genaempt, het erve Egberts tot Reese, het erve Wolters tot Rese en het hoijlant de Brandehege, alles in desen carspel van den Herdenbergh gelegen. De jaerlijckse paghten en opkomsten van dien ter concurrenter somme van de jaerlijckse interessen aan de creditricen cederende en overdraegende.
Daer dit aldus geschiede waren met mij Scholtus aen en over als cuernoten Jan Everts en Albert Dercks. Sonder argh of list en in waerheijts oirconde is desen van mij Scholtus gesegelt en geteijkent, neffens de onderteijkeninge en pitscappen van de welgeboren heer Pico Galenus van Sijtsama en mevrouw Janna Judit Blanckvoort.
Actum op Blanckenhemert op den 21 april 1701.”

Het vrijwillig rechterlijk archief van het Schoutambt Hardenberg wordt al decennia lang bewaard in het rijksarchief in Zwolle (HCO). Rechterlijke instellingen van vóór 1811 hadden verschillende competenties. Grofweg waren de rechtskringen verdeeld in kringen met een lage jurisdictie en kringen met een hoge jurisdictie. Rechtskringen met de hoge jurisdictie hadden de bevoegdheid om misdaden waarop lijf- en onterende straffen stonden te behandelen. Deze competentie, waarbij tot maximaal de doodstraf mocht worden uitgesproken, noemt men de criminele rechtspraak. Rechtskringen die onder de lage jurisdictie vielen, beperkten zich alleen tot de twee andere competenties: de vrijwillige rechtspraak en de civiele rechtspraak.

De civiele rechtspraak wordt ook wel aangeduid als voluntaire rechtspraak. Bij deze rechtspraak gaat het om de registratie en afgifte van akten die particulieren op vrijwillige basis aan een gerecht voorlegden of van haar werden verlangd. Het zijn zaken die we vandaag de dag bij de notaris laten passeren. Daarom wordt deze categorie soms ook aangeduid als “oud-notarieel archief”. De soort akten die we bij de vrijwillige rechtszaak aantreffen zijn bijvoorbeeld: borgstellingen, schuldbekentenissen, huwelijkse voorwaarden, (herroeping van) testamenten, vestiging en overdracht van renten, donaties, verkoop en transporten, morgengaven, volmachtstellingen, boedelscheidingen en boedelinventarissen, vidimussen en attestaties de vita. Het is met name deze zeer uitgebreide categorie die veel informatie geeft over onze voorouders, hun bezittingen en doen en laten.