Toen, op 13 oktober 1928: notarishuis verkocht.

Dit briefje werd getypt op 13 oktober 1928, in opdracht van notaris Johannis Zwamborn. Hij had kort ervoor zijn standplaats Heemse verruild met Zutphen. Het notariskantoor annex woonhuis op de Brink in Heemse werd overgenomen door zijn opvolger mr. Frans Willem van Riemsdijk uit Andijk. Althans, Van Riemsdijk had er 8.000 gulden voor geboden en middels dit schrijven ging Zwamborn akkoord.N.B. Notaris Van Riemsdijk, kleinzoon van de vroegere huisarts te Hardenberg, werd op 30 oktober 1928 beëdigd. Nog diezelfde dag arriveerde hij met de trein in Hardenberg. De volgende ochtend werd de nieuw benoemde notaris echter dood op bed gevonden in zijn kamer in het hotel Frijling bij het station…Het voormalige notariskantoor op De Brink is aangewezen als gemeentelijk monument en heeft daarom ook een plaats gekregen in ons boek ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’ en op onze website:


Toen, op 13 januari 1922: verkoop van huize ‘Ceres’.

Het Salland’s Volksblad van 13 januari 1922 bevat deze advertentie:”Notaris Zwamborn is voornemens zaterdag 28 jan. om tien uur bij den heer Bos te Rheezerveen, huize ‘Ceres’ aan de Elfde Wijk, Schutwijk te verkoopen wegens vertrek naar elders: de geheele boerenvoortvaring van bijna nieuwe bedrijfsinventaris enz. enz.”Ceres is nu geadresseerd aan de Elfde Wijk 40.


Toen, op 11 april 1854: verkoop landgoed Heemse.

kaart_Heemse

De Provinciale en Zwolsche Courant van 11 april 1854 schreef:
Van onderscheiden zijden wordt de wensch geuit, dat het fraaije landgoed Heemse (Ambt Hardenberg) na den dood des heeren J. van Foreest van Heemse, het eigendom van 1 welgesteld persoon moge worden; opdat de liefhebber van wandelen zich in de schoone dreven van dit goed nog lang moge verlustigen en de fraaie bosschaadjen niet geveld worden. Ook de botanie heeft verpligting aan deze streek; getuigen de vele geneeskrachtige kruiden die er door liefhebbers zijn opgespoord.

Na het overlijden van de hoogwelgeboren jonkheer Jacob van Foreest, op 24 maart 1854, vererfde Huize Heemse op diens nazaten. Geen van hen had er kennelijk belang bij het pand te bewonen. Mogelijk waren de kosten voor het onderhoud en in stand houden van de havezate te begrotelijk. In ieder geval werden al in augustus van datzelfde jaar bij openbare verkoop grote hoeveelheden roerende goederen, als tafels, stoelen, kabinetten, kasten, kisten, speeltafels, tapijten, karpetten, ledikanten, bedden, damast, bedlinnen, schilderijen, goud, zilver en porselein, bij opbod verkocht. Ook de bibliotheek werd van de hand gedaan.
Opmerkelijk was dat er na de veiling een artikeltje in de krant verscheen waarin werd gemeld dat er ook een schilderijtje was verkocht, waarvan de nieuwe eigenaar van mening was dat het de ‘echte Kenau Simon Hasselaar’ van Rembrandt van Rijn zou zijn. Hij had het doek op de veiling gekocht voor f. 2,60 maar had inmiddels een bod van f. 600,- afgeslagen…

In juni 1855 werd het ‘aanzienlijk en van alle gemakken voorzien heerenhuis, het Huis Heemse genaamd, bevattende 16 kamers’ publiekelijk geveild. Tevens gingen andere onroerende goederen, zoals de boerenerven het Luggers, het Schreurs en het Geerts onder de veilinghamer.
De hoogste bieder voor het landgoed Huis Heemse bleek Hendricus Nicolaus van Roijen. Deze hield het huis nog een tijd in stand, maar in de decennia daarop volgend werd de havezate ontmanteld…


Toen, op 05 oktober 1775: verkoop van de armenhuisjes.

Op 5 oktober 1775 besloten de burgemeesters van Hardenberg in te stemmen met de verkoop van drie armenhuisjes van en door de diaconie. Tegelijkertijd besloten ze dat de armen, die voortaan van de armenkas ’trekken’ (door de diaconie worden bedeeld), op hun arm een grote rode letter A moesten dragen. Droeg men dat niet, dan mocht de diaconie geen onderstand verstrekken…