In de raadsvergadering van de gemeente Ambt Hardenberg van 26 november 1918 hield de burgemeester de volgende toespraak:

“Een oorlog gespaard gebleven, een ernstige besmettelijke ziekte, die duizenden ten grave voerde en in menig huisgezin droefheid en weedom bracht, brak onder het volk uit. Ook onze gemeente bleef niet gespaard, immers zeer veel gezinnen werden getroffen en even zooveel onherstelbare wonden geslagen. In het tijdvak van 15 october tot 26 november van het vorig jaar, werden 15 sterfgevallen in de registers van den burgerlijken stand ingeschreven, en dit jaar over hetzelfde tijdvak niet minder dan 175.

Het past ons in deze oogenblikken een onzer ambtenaren, den heer J.G. Groote Balderhaar ten Velde, die ook deze ziekte ten offer viel, te gedenken. Een schoone toekomst lag voor hem, helaas het werd anders beschikt. Wij verliezen in hem een trouw en ijverig ambtenaar, die zijn beste krachten aan de gemeente gegeven heeft; in dankbare herinnering zal hij in onze gedachten voortleven”.

De ‘Spaansche ziekte’ of ‘Spaanse griep’ was een griep-pandemie in de jaren 1918-1919. Deze wereldwijde epidemie eiste naar schatting 20 tot 100 miljoen levens, een aantal dat het totale dodental van de Eerste Wereldoorlog ruimschoots overtreft.

De zeer vele rouwadvertenties in het Salland’s Volksblad van die jaren toont aan dat de ziekte enorm in onze streken heeft huisgehouden. In 1918 werden 207 mensen begraven op het oude kerkhof Nijenstede. Vier jaar eerder waren dat er slechts 76.