Op 17 juli 1807, werd in de Witte- of Lambertuskerk in Heemse een heus kerkorgel in gebruik genomen. Die dag werd het orgel voor het eerst bespeeld door de ‘Examinator, den weleerwaarde heer P.A. Schultz, rector te Bentheim’.

Het door Georg Hein Quellhorst gebouwde orgel was geschonken door de Vrouwe van Heemse: Clara Feyoena baronesse van Raesfelt, geboren van Sytzama.

Kort voor haar dood had zij het kerkorgel aan ‘het witte kerkje’ geschonken, waarop ze liet schrijven: ‘Gegeven uit liefde voor den godsdienst, 17 juli 1807’. In het vroegere protestantse maandblad ‘Boekzaal der Geleerde Wereld’ vinden we hierover het volgende:

‘Heemse, den 24 Junij (1807). Dit orgel is op een edelmoedige en weldadige wijs, uit liefde en opluistering voor den Godsdienst, tot verfraaijing van ons Bedehuis, als mede tot verbetering van het gemeenschappelijk Psalm- en Evangeliegezang, door de Hoog Welgeb. Vrouw Baronesse Douarière C.F. van Raesfelt, geboren van Sytzama, en vrouw van Heemse, aan onze kerk geschonken; gemaakt door den, in dit vak doorkundigen G.H. Qeulhorst, orgelmaker te Nieuwenhuis, in het Graafschap Bentheim’.

orgel in witte- of lambertuskerk

Het Quelhorst-orgel werd ruim een eeuw later, in 1917, verkocht aan de kerk in Pesse en is tegenwoordig eigendom van de hervormde kerk in Lochem. Clara Feyoena stierf enkele maanden later, op 1 september 1807.