De historie van deze boerderij aan de Hardenbergerweg 37 begint in 1924. Toen liet jonkheer Adriaan Stoop uit Ommen haar bouwen door aannemer J. Meijer uit Heemse. Jonkheer Stoop had in Brucht nogal veel ‘woeste grond’ aangekocht om te gebruiken als jachtterrein. Hij had zich in 1923 in Ommen gevestigd en bewoonde daar het landhuis De Olde Vechte aan de Zeesserweg.

Stoop had bij de stichting de boerderij al een naam gegeven. Nog steeds staat de naam op de zijgevel, maar op een oude foto siert de naam de voorgevel. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid moet de naam zijn bedacht vanuit de herkomst van de heer Stoop: bij Dordrecht lag het plaatsje Dubbeldam, nu opgenomen als wijk van het zich uitbreidende Dordrecht. De naam van de boerderij moest de herinnering aan zijn geboortestad levend houden.

Slechts enkele jaren na de ingebruikname van de boerderij besloot jonkheer Stoop zijn bezittingen op de grens van Brucht en Oud-Bergentheim alweer van de hand te doen. Op maandag 9 juli 1928 vond de eindveiling plaats in café H. Mulder te Bergentheim. Echter de openbare verkoop, onder leiding van notaris Bloem uit Ommen, bracht kennelijk te weinig op. De verkoop ging niet door. Stoops bedrijfsleider M. Verkuil kon zijn werkzaamheden dus blijven verrichten op Dubbeldam. Twee jaar later verschenen opnieuw advertenties in lokale, regionale en landelijke kranten waarin de boerderij te koop werd aangeboden:

“Een kapitale vruchtbare boerenplaats met een ruim gebouwde boerenbehuizing van alle gemakken voorzien; waarin stalling voor 50 stuks rundvee, 6 paarden, een varkensschuur, wagenschuur, hooiberg, 2 gierkelders en een dubbele arbeiderswoning, met hierbij 31 bunder grasland en 3 bunder bouwland, voorts ca. 3 bunder eiken- en dennenbos, gelegen in Brucht.”

Op 5 januari 1931 vond de eindveiling plaats van ‘de pracht grasboerderij ‘Dubbeldam’ te Brucht’. De verkoop vond plaats in hotel Baving, onder leiding van notaris Schut. De ‘groote, ruime, nieuw gebouwde boerenbehuizing, wordende elektrisch verlicht en verder voorzien van alle gemakken, met groote schuur waarin stalling voor 50 stuks hoornvee’ ging onder de hamer. Het hoogst uitgebrachte bod bleek echter voor jonkheer Stoop opnieuw niet hoog genoeg. Toch wilde hij de bedrijfsactiviteiten op Dubbeldam beëindigen, want op 31 maart 1931 verscheen in het Leidsch Dagblad:

“Wegens algeheele opheffing van het bedrijf. Groote boeldag op boerderij ‘Dubbeldam’ Bergentheim. Verkoop 50 stuks stamboekvee. Notaris Schut te Heemse is voornemens woensdag 25 maart 1931 bij de boerenbehuizing Dubbeldam te Bergentheim, ten verzoeke van den hoogwelgeboren heer jonkheer A. Stoop te Ommen te verkoopen: de gunstig bekend staande stamboekstier ‘Bravo’, no. 10048 S, 4 volbloedstieren, 20 melkkoeien, 9 vaarzen, 5 pinken, 8 kalveren, 6 paarden enz.”

Na nog enkele pogingen tot verkoop werd in 1933/1934 de boerderij verkocht aan mevrouw Helena Johanna Savrij, vanaf 1936 weduwe van G. J. Droste, de chocoladefabrikant. Zij splitste het bedrijf in tweeën. Liet in 1934 een nieuwe boerderij bouwen door aannemer J.J. van den Berg uit Hardenberg. Boerderij Dubbeldam met 55 hectare werd verpacht aan de familie P. Dijkstra uit de omgeving van Lemmer, terwijl de familie Bouma ging boeren op de nieuwe boerderij (45 hectare) met de naam Helenahoeve (genoemd naar mevrouw Helena J. Droste-Savrij). In 1955 zou hoeve Dubbeldam eigendom van de familie P. Dijkstra worden. Na de heer Dijkstra ging in 1968 de boerderij over in handen van de familie H.E. Salomons. Het was toen nog een gemengd bedrijf en de heer Salomons, die van huis uit meer akkerbouwer was, vergrootte het aandeel akkerbouw tot ongeveer twee derde van het bedrijf. In wisselteelt verbouwde hij aardappelen, suikerbieten en granen.

In 1976 werd na de ruilverkaveling het bedrijf teruggebracht tot ongeveer dertig hectare en verkocht aan de familie R. Veltink en vervolgens in 1988 aan familie H.J. Bergink. De akkerbouw was inmiddels afgestoten, het was nu alleen nog een melkveehouderij. Sinds november 2000 oefent de familie G. van Walderveen er het boerenbedrijf uit. Stadsuitbreiding in de gemeente Bunnik bij
Utrecht was er de oorzaak van om naar iets anders om te zien en Dubbeldam was te koop. Merkwaardig dat ook deze familie ‘uit het westen’ behoefte voelde om de herinnering aan de plaats van herkomst levend te houden: naast de boerderij staat een bord met de namen ‘Werkhoven’ (de plaats waar hun oude boerderij stond).

(Met dank aan: K. Oosterkamp)