In het zgn. register van de 50e penning van verkopingen en collaterale successiën staat bij 24 mei 1731:
Grietien Roelofs, namens haar schoondogter Jennegien Hendriks, weduwe van wijlen Hermen Jansen, bekent gemaakt het versterf van de gemelte Harmen Jansen, wegens sijn anpart van Hannes plaatse te Baalder, welke op den 27 februarij laastleden soude sijn overleden geweest, om daarvan het collateraal volgens de ordonnantie te betalen, als sij sulks verpligt is.

In het vrijwillig rechterlijk archief van ’t Schoutambt Hardenberg wordt deze akte bewaard, gedateerd 7 februari 1782:
Ik Jacob van Riemsdijk, van wegens hoger overigheid verw. Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere hiermede dat voor mij en keurnoten, die waren Jan Jacobs en Arend Ophof, persoonlijk in den gerigte gecompareerd en erschenen zijn Hermen Jansen Hannes, voor hem zelvs en als vader en voogd van zijne twee minderjarige kinderen genaamd Jan Hermssen en Aaltien Hermssen, en dan nog deszelvs schoonzoon Gerrit Janssen Kelder met zijn huisvrouw Jannegien Harmssen, tutore marito, wonende zij comparanten op ’t Hannes te Baalder. En verklaarden zij comparanten voor haar zelvs en in gemelde qualiteit, volgens handschrift van den 1 januari 1778, en vervolgens tot nu toe berekende schulden, opregt en deugdelijk schuldig te wezen aan de heer Barend van Borne, burgemeester der stad Hardenbergh, een capitale somma van driehonderd ses en negentig guldens en ses stuivers. Aannemende en belovende zij comparanten dezelve jaarlijks en alle jaaren tot de aflosse toe te zullen verrenten met drie en een halve gelijke guldens van ieder honderd gerekend; edog de interesse jaarlijks binnen drie maanden na den verschijndag voldoende, als dan tegens drie percento; zullende het eerste jaar interesse hiervan wezen vervallen op den zevenden februarij 1700 drie en tachentigh, en zo vervolgens tot de aflosse toe continueren. Verklarende zij comparanten voor haar zelvs en in voorn. qualiteit, onder renuntiatie van alle exceptien die dezen mogten contrarieren, daarvoor niet alleen tot een generaal verband te verbinden haare personen en goederen, geene uitgezonderd, maar ook bij dezen daarvoor tot een speciaal hijpotheecq en onderpand te verbinden en te stellen haar eigendommelijke een en een half dagwerk hooijland, de Hooijhof genaamd, en drie mudden zaaijland, genaamd de Garstemaat, benevens alle hare verdere allodiale vaste goederen, kennelijk gelegen in en onder de boerschap Baalder in dit schoutampt; ten einde om in geval van onverhoopte misbetalinge, zo van capitaal als renten, als dan het bovengenoemde capitaal met de onbetaalde interessen daaraan ten allen tijden kost en schadeloos te kunnen en mogen verhalen. In kennisse der waarheid, is dezen door mij verw. Scholtus voornoemd, met de comparanten voor haar zelvs en in voorseide qualiteit getekend, en door mij gezegeld en omdat zij comparanten geen zegels en hadden, zo hebbe op haar verzoek dezen voor haar met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Hardenbergh den 7 februarij 1700 twee en tachentigh.

’t Hannes vererfde op de oudste dochter van Hermen Jansen Hannes en Zwaantje Willems. Dochter Jannegje was op 2 mei 1756 gedoopt in de kerk te Hardenberg en was op 15 september 1780 getrouwd met Gerrit Jansen Kelder uit Sibculo. Zij werden op hun beurt opgevolgd door hun oudste zoon, Hermen (Harm) Kelder. Hij was op 4 maart 1781 gedoopt te Hardenberg.

Op 6 mei 1823 verleed notaris Swam te Gramsbergen een hypotheekakte (aktenr. 30) waarin Gerrit Kelder en echtgenote Jennegien Harmsen verklaarden 675 guldens schuldig te zijn aan Lucas Hoenderken, burgemeester van de gemeente stad Hardenberg. Als onderpand stelden ze hun huis en schuur, staande onder numero zes, met de daarom gelegenen gaarden, bestaande in ongeveer agt vierkante Nederlandsche roeden zaaijland en elf verkante Nederlandsche roeden groenland, leggende ten noorden den vaarweg naar het Kleine Esjen. Verder de zogenaamde Hannes- of Grote-Mate c.s.

Op de oudste kadastrale kaart van 1832 staat het erve vermeld als eigendom van landbouwer Harm Kelder. De boerderij staat op legger 183 onder sectie C no. 71.

Fragment van oorspronkelijke kadastrale minuutkaart, anno 1832.

Kadastrale geschiedenis
Legger 183/8: Sectie C-71. Huis en erf. Eigendom van Harm Kelder en echtgenote Grietjen Eggengoor. Zij zijn op 12 april 1807 getrouwd te Hardenberg. Huisnr. H-18. In 1879 verkoop. Over op:
Legger 3925/6: Eigendom van Jan Hermen Kelder en echtgenote Berendina Assink. Zij zijn getrouwd op 12 december 1856 te Heemse. In 1901 boedelscheiding. Over op:
Legger 5862/6: Eigendom van Herm Kelder en echtgenote Johanna Jans. Zij zijn op 31 mei 1895 getrouwd te Heemse. Het vruchtgebruik lag nog bij vader Jan Hermen Kelder. In 1906 verkoop. Over op:
Legger 6536/4: Eigendom van Derk Schutte en mede-eigenaar Gerrit Geertman, beiden landbouwers te Baalder. In 1907 vereniging van percelen en sloop. Over op:
Legger 6536/6: Nieuwe sectie C-1152. Weiland.