0304_Ommerschans
Prent van het gesticht voor bedelaars binnen de Ommerschans.

In de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 4 maart 1861 schreef men:
“Hardenberg, 28 febr. In den nacht tussen 26 en 27 dezer kwamen drie uit de Ommerschans losgebroken deserteurs aan de tusschen Ommen en Heemse gelegen herberg de Wolf om daar te logeren. Door de rijksveldwachters der divisie Ommen echter achterhaald, die bijgestaan door den knecht der herberg van de Wolf, en door den tolgaarder zich van hen meester wilden maken, gaf een hunner den knecht uit de Wolf eene snede met een mes en bragt een tweede eenen der rijksveldwachters met eenen stok eenen slag in het gezigt toe, en wisten de boosdoeners te ontkomen.

In weerwil dat de politie van Ambt en Stad Hardenberg den geheelen nacht de brug over de rivier de Vecht als toegang door den Hardenberg naar de Hannoversche grenzen bezet hield en surveilleerde, gelukte het echter niet zich van de onverlaten meester te maken. Later toen zij gisteren avond door twee politiedienaren aan de Dedemsvaart geboeid alhier in den Hardenberg werden gebragt, bleek het dat zij onder Zuidwolde gestolen hadden en, ontdekt, door de ijverige pogingen der politie geadsisteerd door eenige wegwerkers overmeesterd waren. Dezen mogen zijn zij weder naar de Ommerschans opgezonden tot groote gerustheid der omliggende gemeenten, die van tijd tot tijd nog al eens ontrust worden door die gevaarlijke naburen van de Ommerschans.