1210_brandspuit


Op 10 december 1760 stelde het stadsbestuur van Hardenberg het zgn. ‘reglement op de brandspuit’ vast. Het reglement is bewaard gebleven in een van de resolutieboeken die door stadssecretaris Jac. van Riemsdijk zijn geschreven. Kennelijk had de stad diep in de buidel getast om de allereerste eigen brandspuit aan te schaffen en moesten er nu regels worden opgesteld. Dat men nog geen enkele ervaring had met zo’n ding, blijkt wel uit de soms eenvoudige richtlijnen die hierna volgen.

In deze ‘ordonnantie of reglement over de brandspuit’ staat onder meer ‘hoe dezelve in tijd van brand ten spoedigsten sal kunnen aan de gang gebragt worden’.

1. Eerstelijk worden de burgermeesteren in der tijd aangesteld als brandmeesteren, om op het navolgende reglement aght te geven, en alles bij te brengen, dat alles in goede orde word nagevolgt, en het mankerende verbeterd.

2. De brandspuite sal alle jaer twee mael worden geprobeert, te weten in de maand van meij en september: en sal deselve werden, het sij eens of twee mael jaerlijks, gesmeert, na bevindinge best te sijn. Welke vereijschte smeren door de stad sal worden betaalt.

3. De brandspuite sal worden geset in een daartoe gemaakt brandhuijs aen de Kercke, waar uijtse door de onder benoempte en aangestelde sal gehaelt, en wederom ter bewaeringe in goede ordre gebragt worden, waervan soo veele sleutels sullen aen de een en andere in bewaringe gegeven worden als men nodig sal oordeelen, om in tijd van nood niet verlegen te wesen om daer in te komen…

1210_brandspuit2


zie ook de publicatie met verbeteringen en aanvullingen op onze website

1210_brandspuit3
1210_brandspuit4
1210_brandspuit5
1210_brandspuit6