0521_kookboek


Op de afbeelding zien we de titelpagina van een ruim drie eeuwen oud manuscript dat eertijds is samengesteld door vader Pier Willem baron van Sytzama en diens dochter, de welbekende dichteres Clara Feyoena barones van Raesfelt-van Sytzama.
Het boek staat vol recepten over de bereiding van eten, maar ook wordt links en rechts allerhande tips gegeven over andere zaken. Helemaal voorin lezen we dit gedicht:

“De kok spreekt

Mijn kunst heeft hulp van doen of ik bekook geen eer

De suijker, zout en smout,

het kruijd en zulke vodder,

zijn alle helpers nut,

zij helpen mij maar brodden,

zoo eer daaraan ontbreekt.

De honger van mijn heer”.


In het boek lezen we bijv. hoe vis het beste hard en wit gekookt moet worden:
“Als de visch geschobt off geschraapt is, dan in een emmer met schoon en vrisch water gedaan, neemt een nieuwe rijse-besem en stoot de visch daarmede op en neer wel door malkander, soo gaat alle de slijm van ’t vell af. Als men die dan kookt, soo smijt in de ketel als ’t water an de kook is met de visch een stukje aluijn, soo groot als de lit van een vinger, dit doet de visch wel schuijmen, wit en hard worden”.
Snoek was kennelijk een gewilde lekkernij, want op een aantal pagina’s wordt uitvoerig stilgestaan bij thema’s als ‘om snoek te stoven’, ‘om gehakte snoek te prepareeren’, ‘om snoek te koken’, om snoek met een poolsche saus te prepareeren’, ‘snoek met wiepen of hanbotten saus’, ‘snoek met peterselie wortels toe te maken’, ‘snoek met een speksauss te prepareeren’ en ‘snoek met appels en spaansche cappers’.
Recepten voor paling:
“Om aal te stoven. Kookt se omtrent gaar, neemt se dan af en sout se op de deurslag, doet dan boter in een pan, muscat en nagels met wat peper, alles onder een gestoten, doet daar d’aal daarin met wat gehakte peterselie, bieslook en bakkruijt, onder eijers geroert en gehakt en dat soo te samen opgestooft”.
“Hoe men aal zal drogen. Maakt d’aal van binnen schoon en dan wel gewasschen, dogh moet het vell niet afstropen. Doet sout daarop dat se pekelt, laat se 24 uur staan, hangt se dan op in de schoorsteen, smeult se dan met goede spaanders dat se wel doorrookt, dan kan men se langh bewaren. Men kookt se met gedroogde peren off met kleesjes van brood, ook braad men se wel op de rooster, dog altoos eerst met warm water afgewasschen eer men se wil koken of braden”.


0521_kookboek2


De eerste 17 pagina’s van het bijna 200 pagina’s en 144 recepten tellende manuscript zijn geschreven door vader Pier Willem. Daarna neemt Clara Feyoena het over. Waar haar vaders recepten alle gaan over vis en de bereiding ervan, zijn Clara’s recepten veel gevarieerder. Ze schrijft over ‘citroen podding’, ‘zandkoekjes’, ‘om asperges in te maken’, ‘citroenen in het zuur van mevr. Van Coeverden’, ‘om een haase peper te maken’, ‘om een haas zeer smakelijk te maken’, maar ook geeft ze het recept voor ijzerkoeken oftewel ‘knieperties’. we lezen dat ze het recept gekregen heeft van ‘mevrouw R’, mogelijk haar schoonmoeder Jacoba Hendrietta Arnolde barones van Raesfelt-van Uterwijck.
“IJzerkoeken. 1 pond weytemeel, ¼ pond gruttemeel, 3 eijers, ½ pond suijker per pond meel, 3 lepels boter of meer na het ijzer loslaat, kaneel of annijszaat, na de smaak beslaan met laauw water, hoe dieper de ruijten van het ijzer zijn, hoe dunder beslag. Zijn zeer goed!”
Onze stichting denkt erover om het manuscript in volledige transcriptie uit te geven indien daar voldoende belangstelling voor is. We horen dus graag uw reacties.