0917_schepen

De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 18 september 1846 meldde:
“Hardenbergh, den 17 september. De rivier de Vecht, bereikte bij onze stad eene buitengewone laagte, zoo zelfs dat men dezelve droogvoets op sommige punten gemakkelijk doorlopen kan, iets hetwelk bij menschen geheugen nimmer het geval is geweest, en toe te schrijven is aan het opwerpen van een dam in deze rivier nabij het Anerveer in de gemeente Gramsbergen, waarschijnlijk het doel hebbende om het water uit dezelve in de Dedemsvaart te voeren. Op wiens last zulks heeft plaats gehad, is hier vooralsnog onbekend, doch dit is zeker, dat door dezen maatregel de schipperij, zoowel hier als elders dermate worde belemmerd, dat er vooreerst aan geen varen te denken is”.

Eigenlijk kunnen we stellen dat de scheepvaart over de Vecht bij Hardenberg sindsdien nooit meer is geworden wat het vroeger was. In de eeuwen ervoor was de Vecht bevaarbaar en werden vele goederen getransporteerd via Hardenberg naar ’t Duitse achterland. Het opwerpen van een dam in de Vecht bij Ane, zodat het water de Dedemsvaart werd opgestuwd om die bevaarbaar te maken, was een financiĆ«le aderlating voor de Hardenbergse middenstand.