1108_klokkenmaker

In de serie ‘ingekomen en verzonden brieven’ van de gemeente Ambt Hardenberg wordt onderstaande brief bewaard, gedateerd 8 november 1859.
Het handelt om de krankzinnige klokkenmaker Hermannus Hendrikus Voors te Slagharen.

Brief aan de bestuurders van het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen te Deventer.
Wij hebben de eer u mede te deelen dat blijkens eene brief van den geneesheer H.T.M. Koster te Lutten, d.d. 7 juli jl. waarvan een afschrift nevensgaat, de bij uwe missive bedoelde krankzinnige voorshands niet ter verpleging naar Deventer zal kunnen worden opgezonden.
Wij veroorloven ons echter de vrijheid het gedrukte exemplaar der voorwaarden waarop in uw gesticht lijders worden opgenomen en verpleegd en van den staat van vragen voorlopig onder ons te houden, daar wij voorzien dat H.H. Voors later in een krankzinnigengesticht zal moeten worden verpleegd.
Hermannus Hendrikus Voors, geboren in 1794 te Hesepertwist, ambt Meppen, koninkrijk Hannover, beroep klokkemaker te Slagharen. Roomsch Catholijk. Ongehuwd, doch voor den pastoor te Avereest getrouwd in 1830 of daaromtrent (de pastoor is dood), met Johanna Carolina Terin (Turin), oud 64 jaar. Geen kinderen. De vader heette ook Hermannus Hendrikus Voors; de moeder heette Gesina Beneker (Benneker). Beiden overleden.
Doorgaand character: de baas spelen en trotsch, eigenzinnig, overigens goed oppassend en stipt eerlijk.
Temperament: opvliegend en opstuivend.
Gewone levenswijze: was vroeger aan de drank doch is later door de zamenleving met J.C. Torin er weder afgemaakt. Was nooit spaarzaam en zeer koopziek. Heeft steeds in behoeftige omstandigheden verkeerd.
Opvoeding: Zijn vader was een groote landbouwer te Hesepertwist waar hij aanvankelijk goede dagen had want hij was een kind van weelde. Toen Voors op zich zelven kwam te staan, bragt hij zijn erfdeel er spoedig door. Hij speelde ook den baas over zijne moeder weduwe.
Beschaving: Hij is vroeger buurscholte geweest te Hesepertwist, omdat hij in verstand boven zijn mede-ingezetenen uitmuntte, kon goed lezen en schrijven, had ook een goed oordeel en verstond zijn vak als klokkemaker heel goed.
Gezondheid: Ligchaam steeds goed. Geest, sedert een jaar of drie leed hij van tijd tot tijd aan verstandsverbijstering, vermoedelijk ontstaan door scherpe aanmaning van Hendrik Cremer van wien hij eene kamer gehuurd had. 7 jaar geleden is zijn bijzit Janna van een ladder gevallen te Vilsteren.

In bijlage de verklaring van rijksveldwachter R. Bok:
“Hedenmorgen om acht uren op surveillantie zijnde mij bevindende te Slagharen aldaar gezien en gehoort ten huize van B.J. de Borg, mr. timmerman, dat den persoon Harm Voorts, van beroep klokkemaker, bezig was met razen en schelden, zoodanig dat de vermelde H. Voorts door mij aan u voor dolzinnig wordt verklaart, omdat hij zich te buiten gaat aan alle gezegde woorden.
Ten eerste heeft hij zich schuldig gemaakt volgens informatie voor een dag of acht geleden aan het mishandelen van zijn bijzit, genaamd…, die hij met een ijzeren pijp heeft geslagen in het aangezicht, zoo dat die blaauwe kenbare teekens voor mij nog zichtbaar waren, die vermelde ijzeren pijp zoude hij des nachts mede naar zijn bed nemen. Die ijzeren pijp heb ik gezien ten zijne huize.
Ten tweede, dat hij hedenmorgen heeft gescholden tegen huisgenoten van H.J. de Borg, bovenvermeld, waarbij hij inwoont, voor dieren enz.
Alzoo ben ik verpligt om van dit een en ander u kennis te geven, hoe of met die voormelde persoon door mij moet worden gehandeld om rede ik hem voor een zeer gevaarlijk persoon beschouw, die overal voor in staat is”.