1114_Belgische_Opstand

Op 14 november 1835 overleed de 19-jarige fuselier Hendrik Hakkers in het tijdelijk militair hospitaal van ’t Zeeuwse Veere.

Hendrik was een van de jongemannen die, als lid van ’t Hardenbergse contingent van de ‘Eerste Ban der mobile Overijsselsche Schutterij’, onder de wapenen was geroepen om het vaderland te verdedigen tijdens en na de Belgische Onafhankelijkheidsstrijd.

Na maanden van onzekerheid hadden onze jongens, behorend tot het tweede bataljon, zich op 24 februari 1831 ‘op marsch’ begeven naar Deventer. Het detachement van Gramsbergen en Stad- en Ambt Hardenberg bestond uit 118 manschappen; 38 uit Gramsbergen, 23 uit Stad Hardenberg en 57 infanteristen werden geleverd door Ambt Hardenberg.

Onze manschappen in Zeeland sneuvelden niet door oorlogsgeweld, maar werden getroffen door de zogenaamde ‘endemische Zeeuwsche koortsziekte’. De eerste schutter die in den vreemde stierf was Hermannus Bollemaat uit Diffelen. Deze droeve tijding bereikte Hardenberg binnen enkele dagen; hier bleef het helaas niet bij! Na Hermannus zouden nog vele jongens het slachtoffer worden van deze ‘oorlog’. Ook de ongetrouwde Hendrik Hakkers uit Loozen, de oudste zoon van Engbert Jan Hakkers en Geesjen Slingenberg, zou in ‘den verre’ overlijden. Na enkele dagen ziekbed stierf hij in het militair hospitaal, 300 kilometer verwijderd van zijn ouders in Loozen.

Meer over de geschiedenis van de Belgische Opstand en de gevolgen ervan voor ‘onze’ manschappen uit Hardenberg en Gramsbergen kunt u lezen op onze website:

https://www.historischeprojecten.nl/publicaties.html