Op 29 augustus 1874 brandde de boerderij van Leemgraam’n in Radewijk tot de grond toe af. De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant rapporteerde drie dagen later. Het Leemgraam’n in Radewijk was in het midden van de negentiende eeuw ontstaan door een afsplitsing van het oude erve Bosman. Die afsplitsing was het resultaat van een boedelscheiding. De eerste eigenaren waren Hermannus Raben en Jennegien Veldsink en hun dochter Gesina Raben en echtgenoot Gerrit Snijders. Zij bouwden er een nieuw boerderijtje op hun pas verworven landerijen. Het stond even ten oosten van de huidige garage van de buurtbus (de oude lijkwagenloods) aan de Radewijkerweg. Na het jong overlijden van Gerrit Snijders hertrouwde Gesina Raben met Albert Leemgraven (vandaar de bijnaam). Erg lang zou men dus niet van het nieuwe huis kunnen genieten. Na de brand bouwden ze een nieuw onderkomen, dichterbij de beek en op een hoger gelegen stuk kampgrond. Dat plekje is nu bekend als de boerderij van Fluitman (voorheen Wolbink) aan de Radewijkerweg 35.
Correspondentieregister Ambt Hardenberg, anno 1874, brief van de burgemeester aan de Commissaris des Konings:
“Brand te Radewijk. Bij deze heb ik de eer U mede te delen dat op zaterdag den 29e dezer, des middags omstreeks 12 uren, door een onbekende oorzaak brand is ontstaan ten huize van den landbouwer Albert Leemgraven te Radewijk in deze gemeente, waardoor het woonhuis benevens den gehelen inboedel, de ingeoogste veldproducten, twee varkens en twee schapen de prooi der vlammen werden. Alleen het huis was tegen brandschade verzekerd.”
De afgebrande boerderij van Leemgraven stond aan de huidige Radewijkerweg, op kadastraal perceel no. 954 (zie bijgaande kaart). Het was eigendom van het echtpaar Albert Leemgraven en Gesina Raben. Ten tijde van de brand hadden zij samen een dochtertje, de 5 jaar oude Geertruida, maar uit Gesina’s eerste huwelijk met Gerrit Snijders waren drie dochters geboren die respectievelijk 14, 13 en 11 jaar oud waren.
Na de brand werd het pand niet op de oorspronkelijke locatie herbouwd, maar circa honderd meter verderop het land in, in de richting van de Radewijkerbeek. Op de kaart is de nieuwbouw ingetekend op perceel nr. 956. Het pad er naar toe is met rode onderbroken potloodstreepjes aangegeven.
Op perceel no. 720 staat het boerderijtje van de familie Zweers en nog verderop op no. 888 staat de oude boerderij van het erve Bosman, indertijd eigendom van de familie Spijkers (daarna Ranter en nu Vinke).
De oudste dochter uit het eerste huwelijk van Gesina, genaamd Geesje Snijders, zou in 1882 trouwen met Gerrit Jan van Faassen. Hun oudste dochter Gesina Dederika trouwde vervolgens in 1909 met Berend Jan Wolbink en zo kwam het dat vele decennia later de bijnaam ‘Leemgraven’ nog altijd werd gehanteerd voor de familie Wolbink…
Geef een reactie