Archieven: 2017-12-19

Toen, op 14 december 1712: over de verkoop van het Erfgenamenslag.

In het ‘vrijwillig rechterlijk archief’ van het vroegere Schoutambt Hardenberg wordt een akte bewaard van 14 december 1712. In die akte beschrijft schout Johan Molckenbour hoe op 22 februari van dat jaar de openbare verkoop heeft plaats gevonden van ‘een seker opgaande stuck veens’ op het Rheezerveen. De verkopende partij was de vaandrig jonkheer Jurrien Hendrik Edinckhuisen, gehuwd met Maria Elisabeth van Langen. De kopers waren Hendrik Everts en echtgenote Marghien Everts en de ongetrouwde Marten Everts.

“Ick Johan Molckenbour, bij commissie van hoger overigheijt in der tijt Scholtus van den Herdenbergh, Heemse en Gramsberge, doe met deese mijne opene besegelde brief te weten, dat voor mij Scholtes en cuernoten, als waeren procurator Wilhelm Hendric Krul en Enghbert Hendricks, personelijck is gecompareert en erschenen de welgeboren heer J.H. Edinckhuisen, welcke bekende voor een somma van penningen die aen hem verkoper den eersten met den lesten penninck ten vollen genoege en allen dancke was voldaan en betaalt, te hebben gecedeert, getransporteert en overgedraegen, gelijck hij doet craght deses, aen Hendrick Everts en Marghien Everts, eheluiden, en Marten Everts nogh jonghman, jeder voor de gereghte halfscheijt, een seker opgaande stuck veens, met de ondergrondt van dien, om door voorscreven copers ten euwightlijcken en erffelijcken profijte volgents eijgendomsreght te mogen gebruukt te worde, met alle het selver reght in soo verre de erfgenaemen van Reese kunnen aantonen daer toe bereghtight te sijn, neffens de volle breette, off soo groot als het selve bij lotinge sijn welgeborene is te deele gevallen wegens het halve erve Stoeten op het slagh, het Erfgenaemenslagh genaempt, geleegen in de marckte van Reese, alles en in conformite de coopcedel, daer van sijnde en opgeright tot Reese den 22 februari 1712, belovende hij welgeboren heer comparant en transportant voorbenoempt aendeel toegedeijlt veen met de ondergrondt van dien en met alle sijn reght en gereghtigheijt daer toe behorende op het slagh hier vooren benoempt, altijt te willen, staen waghten en waeren als nae reghte. Sonder argelist en in waerheijts oirconde is desen van mij Scholtus neffens de welgeboren heer transportant, gesegelt en geteijckent. Actum Herdenbergh, den 14 december 1712”.

Het handelde hier om de zoon van de koster van Heemse: Hendrik Everts alias Schutte. Hij trouwde op 2 april 1702 met Marrechien Evertsdochter Bruins. Haar broer Marten Bruins was markeschipper en kastelein op de Brink en zou in 1716 trouwen met Janna Odink.


Toen, op 13 december 1831: figuratieve kaart van de Baalderdijk.

1213_Baalder


Een figuratief kaartje, getekend op 13 december 1831, van de ‘Baalderdijk’ (Gramsbergerweg) tussen het erve Snieders aan ‘de Bekebrug’ bij Hardenberg en het erve Prenger in Loozen, met o.a. de Loozensche Linie bij het erve Zwijze, huizen in de buurtschap Baalder en de zgn. ‘Pastoorsweide’ die door het hoge Vechtwater volledig was ondergelopen.


Toen, op 12 december 1861: kind door brandwonden gestorven.

1212_Tiebert


In de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 16 december 1861 lazen we:
“Hardenberg. Gisteren, 12 december, heeft onder de buurtschap Loozen, gemeente Gramsbergen, een treurig onheil plaats gehad. De echtelieden T., landbouwers, hadden zich van huis begeven om een geslagt varken af te leveren en de zorg voor hunne beide zeer jeugdige kinderen aan eene dienstbode overgelaten. Doch terwijl deze met het jongste zich buiten de woning begaf, liet zij het oudste der beide kinderen alleen bij het vuur achter, met dat noodlottig gevolg dat de beklagenswaardige ouders bij hunne tehuiskomst het kind door brandwonden bijna stervende vonden. Het kind is dan ook spoedig daarop bezweken. Eene ernstige waarschuwing voor ouders om de zorg voor hunne kinderen slechts noode aan anderen over te laten”.

Het dramatisch ongeluk overkwam de anderhalf jaar oude Evert, het zoontje van akkerbouwer Hendrik Jan Tiebert en Jennegien Kelder en het tweelingbroertje van Aaltjen.


Toen, op 11 december 1875: post wordt bezorgd in weer en wind.

Uit het “Deventer Dagblad” van 11 december 1875:
“De postkar van Koevorden kon zondagavond, wegens de gevallen sneeuw, niet verder komen dan tot den Hardenberg. Daar hebben de conducteurs en de postiljon ruggelings tegen elkander plaats genomen op een ladder, waarvoor een paard gespannen was en zoo hebben zij de postpakketten te Zwolle aangebracht, waar zij 8 uur later dan gewoonlijk aankwamen, na den geheelen nacht onder storm en jachtsneeuw op de ladder te hebben doorgebracht…”