Toen, op 15 september 1906: zoontje van winkeliersechtpaar verdronken.

0915_Lutterhoofdwijk


Het Salland’s Volksblad van 21 september 1906 meldde dit tragische voorval:
“De Krim. Een zeer droevig ongeval deed zich hier zaterdag 15 september voor. Een zoontje van den heer J. Scholten, winkelier alhier, zou in den namiddag bij een klant ene paar boodschappen bezorgen. De boodschappen werden echter niet bezorgd en het knaapje kwam ook niet meer thuis. Toen het donker begon te worden, werd men natuurlijk ongerust en toog men op onderzoek uit. Den ganschen nacht werd gezocht, echter zonder gevolg. Zondag, maandag en dinsdag werd overal gevischt met dreggen en zegens, doch weer zonder resultaat. Niemand heeft het knaapje gezien. De angst en droefheid der ouders laten zich begrijpen.

Een later bericht meldt ons dat woensdagmiddag omstreeks 12 uur het lijk van het knaapje is gevonden en wel in de Lutterhoofdwijk, bij het vonder voor de woning van den heer Joh. Dorgelo. Een schipper die daar langs voer, haalde het lijkje met een haak op. De ouders zijn niettegenstaande het smartelijk verlies, blijde toch het stoffelijk overschot van hun kind terug te hebben”.

Het handelde hier, anders dan de krant schreef, niet om een zoontje van Scholten, maar van Scholte. De 9-jarige Johannes Hermannus Josephus Scholte verdronk in de Lutterhoofdwijk. Hij was het zoontje van winkelier Johannes Hendrikus Scholte en Johanna Maria Magdalena Haageman.