Op vrijdagmiddag 20 november 1931 opende het allereerste ziekenhuis van Hardenberg zijn deuren. Op de foto de genodigden bij de opening van de ‘Röpcke-Zweers Stichting’ dat door architect Wieringa (Wierenga) uit Coevorden werd gebouwd.

Het ziekenhuis lag aan de toenmalige Stationsweg (later Stationsstraat). Het pand kon gebouwd worden dankzij een zeer genereuze schenking van de in Hardenberg geboren Hendrika Aleida Röpcke-Zweers. Zij overleed in 1922 in Rotterdam en in haar testament had zij bepaald dat een bedrag van maar liefst 100.000 gulden zou worden gelegateerd aan de Vereeniging Het Groene Kruis te Hardenberg. De vereniging was dan wel gehouden om van dat geld een ziekenhuis te bouwen te Stad Hardenberg met een zaaltje voor vijf bedden en ruimte voor een inwonende zuster. En zo geschiedde.

De vereniging kocht een woonhuis met bijbehorende gronden van J.H. Snijders en liet de opstallen afbreken. Het zou echter nog enkele jaren duren, voordat de eerste schop daadwerkelijk de grond in kon. Het ziekenhuis werd gebouwd naar een ontwerp van de architecten gebroeders G. en W. Wierenga uit Coevorden. In 1930 vond de aanbesteding plaats van een gebouw, dat “door zijn uitvoering een sieraad van Hardenberg zal zijn!”, aldus een lokale krant. Er was voldoende animo, want er bleken 48 inschrijvers. De laagste was de firma G. van ’t Hag uit Almelo, voor ruim 30.000 gulden. Op 17 januari 1931 was de eerste steen gelegd van ‘ons ziekenhuisje’, zoals een lokale krant schreef, in het bijzijn van notabelen als de wethouders en gemeentesecretaris van stad Hardenberg, de heren De Bruin en Van Dalen van Onderlinge Hulp, mevrouw Boom, zuster De Groot, aannemer Van ‘t Hag met zijn echtgenote en de architecten Wierenga.

Op de 20ste november van hetzelfde jaar werd het plaatselijk ziekenhuis en wijkgebouw officieel in gebruik genomen. Daartoe waren in hotel Frijling vele genodigden bijeen gekomen. De voorzitter van het Groene Kruis, dhr. Koopman, verklaarde de naam van het ziekenhuis, de Röpcke-Zweers-stichting, als volgt:

“Uit referentie voor de erflaatster, die stad Hardenberg, waar zij geboren is en vele jaren gewoond heeft, zulk een warm en edel hart toedroeg. Om diezelfde reden ook hebben we haar portret, in dienovereenkomstig passende lijst, geplaatst in de vestibule, zodat men vóór het gebouw staande haar naam ziet aan den voorgevel in gebrand koperen letters, en binnengekomen zijnde, het oog direct valt op haar portret”. Na het welkomstwoord begaf de stoet zich naar het mooie gebouw, waar de heer Litaert Peerbolte, de directeur-generaal van Volksgezondheid, met een kort woord officieel het pand voor geopend verklaarde: “En zoo staat daar nu ons ziekenhuis, bescheiden en lieflijk, als ‘n monument van prijzenswaardige weldadigheid…”

Het ziekenhuis had aanvankelijk op de begane grond een afzonderlijke mannen-, vrouwen- en kinderzaal en een operatiekamer. Op de bovenverdieping waren een bestuurskamer, zitkamer, twee slaapkamers en “een open balcon”. De exploitatie van het ziekenhuis, met inbegrip van de benoeming van alle personeelsleden, was toevertrouwd aan het bestuur van het Groene Kruis. De vereniging was op 11 mei 1906 opgericht op initiatief van de hervormde predikant Wichem Westhoff en de gereformeerde predikant dr. Cornelis Christiaan Schot. De eerste verpleegster was zuster Dijkhuis. Na haar eervol ontslag werd zij in 1934 opgevolgd door zuster Huyskamp die de algemene leiding kreeg, geholpen door drie gediplomeerde zusters en twee leerling-verpleegsters. Hoewel de Röpcke-Zweersstichting betrekkelijk klein was begonnen, zou zij al snel uitgroeien tot een inrichting die in een grote behoefte voorzag. Verschillende verbouwingen en uitbreidingen waren het gevolg.

Het ziekenhuis deed tot 1972 dienst. In dat jaar werd het huidige ziekenhuis aan de Jan Weitkamplaan in gebruik genomen dat volgend jaar – naar verwachting – ook weer zijn deuren zal sluiten..

Op de kleurendia uit eind jaren ’50 zien we doktoren, verpleegkundig personeel en patiënten voor de ingang van het ziekenhuis aan de Stationsstraat. Links bovenaan staan de artsen Ellis, Mullers en Van der Veer. Herkent u nog anderen? We horen het graag!